0%
Verschillende typen hoofdstellen

Je hebt veel typen hoofdstellen met verschillende soorten neusriemen voor je paard. Maar welk hoofdstel is nou geschikt voor jouw paard? Door te kijken naar de discipline, het niveau wat je rijdt en wat je paard fijn vindt kun je het soort hoofdstel bepalen. Zo kan elk paard anders reageren op een bepaald soort hoofdstel en de drukverdeling ervan. Tekenen dat jouw paard het hoofdstel als onprettig kan ervaren zijn: hoofdschudden, hoofd in de lucht houden met het hoofdstel in doen of aanleuningsproblemen. Ook kan dit komen door het soort bit dat in de mond ligt. 

Welke soorten hoofdstellen zijn er allemaal: 
Trenshoofdstel met een gecombineerde neusriem 
Dit trenshoofdstel heeft een hoge neusriem met hieraan een extra riempje die schuin onder het bit langs gaat, de sperriem. De sperriem is bedoeld zodat het bit rustig en stabiel in de mond blijft liggen. Dus niet om de mond van je paard mee dicht te snoeren. Het gecombineerde trenshoofdstel is een van de meest gebruikte hoofdstellen die geen sterke inwerking heeft (mits goed bevestigd). 

Trenshoofdstel met een lage neusriem 
Dit trenshoofdstel heeft een lage neusriem die over het bit heen loopt. Dit zorgt voor een stille ligging van het bit, maar geeft weer een andere druk. Zo geeft deze neusriem druk op de mond, neus en onderkaak van het paard. Zorg ervoor dat de lage neusriem niet te laag zit en dat er minimaal 2 vingers tussen de neus en de neusriem passen. 

Anatomisch hoofdstel 
Een anatomisch hoofdstel is een hoofdstel dat ervoor zorgt dat de druk op cruciale punten van het paardenhoofd verminderd wordt, maar die ook de zenuwbanen en bloedbanen ontziet en meer spiervrijheid en comfort geeft. Het anatomische hoofdstel moet wel goed passen, anders kan het juist weer druk geven.  

Stang en trens hoofdstel 
Een stang en trens hoofdstel is een hoofdstel met een hoge neusriem waar twee bitten aan bevestigd kunnen worden, een onderlegtrens en een stang. De hoge neusriem heeft geen sperriem, maar wel een kinkettingbeschermer. Vanaf de klasse Z1 dressuur mag je met een stang- en trenshoofdstel rijden, dit hoofdstel wordt voornamelijk gebruikt in de hogere dressuur. De stang heeft een hefboomwerking, waardoor teugelhulpen directer inwerken. Hierdoor kan de communicatie tussen paard en ruiter geminimaliseerd worden. De ruiter dient hiervoor de juiste ervaring en kennis te bezitten.

Mexicaans hoofdstel 
Een Mexicaans hoofdstel heeft een neusriem die kruislings rond de neus van het paard bevestigd wordt, net onder of op de jukbeenderen. Dit hoofdstel wordt vooral gebruikt voor springen en eventing. Het heeft namelijk een scherpe inwerking op het moment dat het paard de mond opent en geeft extra druk op de neus. Het is niet de bedoeling dat het hoofdstel te strak komt te zitten, want het paard moet nog wel zijn kaak kunnen bewegen en ontspannen. 

Bitloos hoofdstel 
Een bitloos hoofdstel is zoals de naam al zegt, een hoofdstel waar geen bit aan bevestigd wordt. Wanneer je bitloos rijdt, komt de druk ergens anders vandaan dan van het bit. Er zijn verschillende bitloze hoofdstellen met elk een andere werking en druk: 

- Sidepull, dit geeft druk op de neus van het paard. 

- Kaakgekruist, dit geeft druk op de neus, kaken en de nek van het paard. 

- Kingekruist, dit geeft voornamelijk druk op de kin en de neus van het paard. 

- Hackamore, dit geeft druk op de neus, kin en nek van het paard. Hoe langer de scharen, hoe groter de druk wordt 

- Bosal, dit geeft alleen druk op de neus van het paard. 

 

Regels bij het vastmaken van het hoofdstel
Ben jij benieuwd of het hoofdstel van jouw paard goed zit? Een hoofdstel hoort niet te strak te zitten en geen drukplekken achter te laten. Soms kan een kleine aanpassing, zoals een gaatje losser al een groot verschil maken voor het comfort van jouw paard.

Kopstuk
Als eerste hebben we het kopstuk, deze zit achter de oren van het paard, wat ook een gevoelig plekje kan zijn. Kijk goed of het kopstuk niet op de oren drukt en zorg ervoor dat er nog een duim onder het kopstuk past. Een passend kopstuk is belangrijk omdat het de druk van het hoofdstel verdeelt over de nek. Het kopstuk ligt over de atlas, de wervel waarmee de ruggengraat aan het paardenhoofd zit. Het is een belangrijk aanhechtingspunt van zenuwen, pezen en spieren. Ook moeten alle de gespen die aan het kopstuk vastgemaakt op de juiste plek zitten. Ze moeten ongeveer in een lijn met het oog van je paard zitten, het liefst ter hoogte van de bovenste ooghoek (van boven naar beneden gezien).

Frontriem
De frontriem van het hoofdstel zit er ook zodat het hoofdstel niet verschuift. Bij de frontriem moet je goed kijken of deze niet drukt of knelt, dit kan het paard als erg vervelend ervaren. De frontriem moet licht op het voorhoofd van je paard rusten, ongeveer 1,5 tot 2,5 cm onder de oren. Een te krappe frontriem kan de bakstukken te ver omhoog trekken en het kopstuk tegen de oren aan trekken. Te ver omlaag hangende, te grote frontriemen die over de jukbeenderen hangen zijn ook niet prettig voor een paard. Een frontriem moet zo passen dat er ongeveer twee vingers (op elkaar) onder de voorkant van de frontriem passen.

Bakstukken
De bakstukken zijn de riempjes waar het bit aan bevestigd wordt. Met de bakstukken bepaal je de hoogte van het bit in de mond. Het is belangrijk dat dit precies goed zit. Als de bakstukken te los hangen, hangt het bit te laag in de mond en gaat het bit klapperen. Ook mogen de bakstukken niet te strak zitten, dan hangt het bit te hoog in de mond. Er moeten 3 vingers naast elkaar passen tussen het bakstuk en het hoofd van het paard. Ook kan je aan de rimpeltjes in de mondhoek zien of het bit te hoog of laag hij hangt. Je mag twee rimpeltjes zien in de mondhoek, zie je er meer dan zit het bit te hoog, zie je er minder of geen dan zit het bit waarschijnlijk te laag.

Keelriem
De keelriem zorgt ervoor dat het hoofdstel niet zomaar over de oren heen schuift. Ook helpt de keelriem het hoofdstel te stabiliseren door te voorkomen dat het van links naar rechts kantelt. Dit riempje hoeft niet aan te sluiten met het hoofd. Tussen de keelriem en de kaak van het paard hoor je een grote vuist te kunnen doen, zodat het paard voldoende ruimte heeft om te buigen.

Neusriem
Bij een gecombineerde neusriem moet je tussen de neusriem en de neus van het paard twee vingers aan de bovenzijde van de neus te kunnen doen. 
Ook moet de neusriem ongeveer 2 vingers onder het jukbeen liggen.

Een lage neusriem moet boven het fragiele uiteinde van het neusbeen zitten. Als hij te laag zit knijpt de neusriem de neusgaten af. Als de lage neusriem vastgemaakt is moet er minimaal één vinger tussen de neusriem en de neus passen.

Een Mexicaanse neusriem kruist hoog op de neus en wordt op twee plaatsen vastgemaakt. Het kussentje waar de riemen elkaar kruisen moet hoog op de neus zitten op het dikke deel van het bot. Verder naar beneden is het uiteinde van het neusbeen bot heel dun en kan het breken als het te strak wordt vastgemaakt. Er moet minimaal één vinger tussen beide riemen kunnen.

Sperriem
Mocht je een hoofdstel met een sperriem hebben dan geldt hetzelfde, er moeten twee vingers tussen de sperriem en de neus van het paard passen.